Al dat Engels in de Nederlandse taal is een beetje awkward.

Bij de woorden spoiler alert, awesome en wobbly lopen verdedigers van de Nederlandse taal de rillingen over de rug.  Maar ze zijn alle drie wel genomineerd voor  de titel Anglicisme van het Jaar: wat is het mooiste Engelse woord in de Nederlandse taal?

“Niet echt leuk”, noemt Jan Roukens de verkiezing van het populairste Engelse woord in Nederland. Voor de voorzitter van de Stichting Nederlands heeft een anglicisme een negatieve bijklank: een Engels woord dat zich in de Nederlandse taal nestelt terwijl er gewoon een goed Nederlands woord voor bestaat. Onnodig dus.

“Mijn kleinkinderen vragen wel eens aan me: ga je mee shoppen, opa? Het woord ‘winkelen’ komt niet meer in hun kraam te pas.”

Dat idee van het Engelse woord als ongewenste gast in de Nederlandse taal, is juist de reden dat taalbloggers Marten van der Meulen en Sterre Leufkens alweer voor de tweede maal de verkiezing van het anglicisme van het jaar organiseren, op anglicisme.nl.

Vorig jaar eindigde awkward bovenaan. “We hebben het idee dat Engels een beetje fout bejegend wordt”, zegt Van der Meulen. “Het zou stom zijn en lelijk, maar onze taal bestaat voor 75 procent uit leenwoorden.”

Dus is het volgens hem de hoogste tijd voor een imagoverbetering van woorden die we lenen uit een andere taal. Dat het Engels echt zal oprukken in het Nederlands is nog maar de vraag, zegt Van der Meulen. Daar is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor.

Hij vermoedt dat koudwatervrees voor vreemde woorden te maken heeft met angst voor buitenlandse invloeden. “In taal merk je die invloeden heel goed en mensen hebben ook het idee dat er iets tegen te doen is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld allerlei producten die op de markt komen.”

Vechten tegen de bierkaai

Maar er is niet zoveel aan te doen, zeggen taalkundigen. ”Het is vechten tegen de bierkaai”, zegt Ad Backus. Hij is hoogleraar sociolinguïstiek aan de Tilburg University. Sociolinguïstiek is de discipline die het verband tussen taalgebruik en onder meer sociale klasse en geslacht bestudeert.

”Je hoeft je er niet druk over te maken. Veel Engelse woorden zullen gewoon weer verdwijnen als ze niet nodig blijken te zijn. En als ze niet verdwijnen worden ze gewoon opgenomen in het Nederlands.”

Alle deskundigen verwijzen naar de opkomst van de computer, wat een heel scala aan nieuwe begrippen met zich meebracht. Vaak in het Engels aanvankelijk.

Het woord computer is gebleven – er is kennelijk geen goed Nederlands alternatief voor. Maar een file is al lang een document. ”Het frappante was dat ik op een gegeven moment de enige was die het woord saven nog gebruikte, terwijl verder iedereen het over ‘bewaren’ had”, zegt Backus.

Genootschap Onze Taal werd in 1931 opgericht om het Duits in de Nederlandse taal een halt toe te roepen, maar echt taalpuristen zitten er niet meer bij de organisatie. De homepage heet er een beginpagina, maar van een kruistocht tegen het Engels is geen sprake.

”Je bent toch een Don Quichot als je de Nederlandse taal schoon en zuiver wilt houden” , zegt directeur Peter Smulders.

Meer dan de helft van de Nederlandse woordenschat komt uit het Frans, Duits, Engels of Latijn. ”Er is toch ook nooit een actiegroep tegen de invloed van het Latijn geweest? Wat is zuiverheid? Er is altijd invloed van andere woorden.”

‘Stille revolutie’

Maar Jan Roukens is er niet gerust op. Zijn stichting Nederlands kwam eind jaren negentig niet voor niets voort uit de werkgroep ‘Anglowaan’, die zich verzette tegen wat de leden zagen als een ‘stille revolutie’: de overname van het Nederlands door het Engels als voertaal.

Tegen Engelse termen waar echt geen ander woord voor is, komt ook Roukens niet in het geweer. Ook bij hem valt dan weer het woord computer.

“Maar Engels wordt te pas en te onpas gebruikt. Daar gaat een grote bedreiging van uit. De consequentie is dat de specifieke Nederlandse klankkleur verdwijnt. Dat vind ik een verlies.”

De Vlamingen worstelen meer met het Frans, merkt Roukens, die in Brussel woont, maar ook in bijvoorbeeld de Scandinavische landen rukt het Engels op. “Maar Nederland is de kampioen in het verloochenen van de eigen taal.”

Zijn schrikbeeld is Ierland, waar door eeuwen Engelse overheersing de Ierse taal in het verdomhoekje is geraakt. “Het is nog wel de officiële taal, maar op straat hoef je er echt niet mee aan te komen. Er zijn maar weinig Ieren die het verstaan.”

Maar zucht Nederland dan ook onder een Engels juk? “Wat in Ierland in een half millennium is gebeurd, kan hier in vijftig tot honderd jaar gebeuren. Nederland koloniseert zichzelf, wat dat betreft. Ik wil dit niet, niet voor mezelf en niet voor mijn kinderen en kleinkinderen.”

Scholen en universiteiten

Roukens vreest een scenario waarbij via het oprukkende Engels aan de universiteiten deze taal zich via het middelbaar onderwijs een weg baant naar het basisonderwijs. Vanuit sectoren als de wetenschap en het bedrijfsleven zouden veel Engelse termen kunnen ‘overvloeien’ naar het Nederlands.

Van der Meulen erkent dat al zijn studieboeken in het Engels waren, waardoor studenten geneigd zijn die termen over te nemen. ”Engels in het onderwijs is een mogelijke bedreiging, maar leenwoorden zijn dat niet per se.”

Of het echt nodig is die Engelse termen dan ook maar over te nemen? Bepaalde delen van de samenleving staan nu eenmaal meer open voor invloeden van buitenaf.

Dan doelt Van der Meulen onder meer op reclame, jongeren en sociale media. “Voor veel mensen is taal is een beetje als een iPhone:  ook met hun taalgebruik willen ze nieuw en hip zijn.”

Pas als het Engels echt grote delen van het dagelijks leven zou overnemen, is er reden voor zorg. Maar dat zien de organisatoren van het Anglicisme van het Jaar niet gebeuren: “Stel dat NU.nl helemaal Engelstalig zou worden. Dat zou zorgwekkend zijn. Maar dat is ook zó absurd…”

bron: www.nu.nl